De Spiegel

In de rubriek ‘De Spiegel’ houden bestuurders en betrokken stakeholders het mbo een spiegel voor in een column. meer...Waar zijn ze trots op, wat zou beter kunnen, wat drijft hen? Kan de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid bijdragen aan het toekomstbestendig opleiden van jonge vakmensen? Hoe houden we het onderwijs jong en hoe zorgen we ervoor dat jongeren zich uitgedaagd weten en zich herkennen in dat onderwijs? Welke persoonlijke bijdragen zijn hiervoor nodig?
Deze keer: Column Lotte van Kempen, docent op vmbo van Curio de rotonde, docent onderwijsontwikkeling

Zorg goed voor je docenten, zonder docenten ben je niets!

Lotte van Kempen
docent op vmbo van Curio de rotonde, docent onderwijsontwikkeling

Lotte van Kempen is binnen Curio verantwoordelijk voor onderwijsontwikkeling en is daarnaast vmbo-docent. Curio biedt in West-Brabant naast mbo ook vmbo aan. Ongeveer een derde deel van het totale leerlingenaantal volgt een vmbo-opleiding. Curio biedt op 9 locaties vmbo aan, waaronder een praktijkschool.

Lotte is onder de vlag van Curio betrokken bij twee projecten voor onderwijsontwikkeling: Curio pioniers en Curio leerlabs. Daarnaast werkt ze al lang bij vmbo Curio de rotonde.

In het beroepsonderwijs ligt volgens haar de kracht bij de docenten. Het is haar missie mensen bijeen te brengen, zodat collectieve professionalisering op gang gebracht wordt. Daarin werkt ze veel samen met andere scholen, ook binnen Kennispact MBO Brabant. Ze brengt mensen bij elkaar in Curio leerlabs. Dat zijn leergemeenschappen die op bepaalde thema’s bijdragen aan onderwijsontwikkeling.

Lotte is geboren in Zundert. Na de middelbare school vertrok ze voor twee jaar naar Zuid-Amerika. Ze ontdekte daar dat ze docent wilde worden en volgde in Nijmegen de Pabo. Direct na deze opleiding trad zij in dienst bij vmbo Curio de rotonde.

Ze is bewust een hybride docent. Daarom geeft zij nog steeds les naast haar activiteiten op het gebied van onderwijsontwikkeling. Ze wil de juiste taal blijven spreken met iedereen waar ze mee werkt en noemt zichzelf docentgericht.

Van Curio pioniers tot Curio leerlabs

Het beroepsonderwijs is een wereld op zich. Bij projecten betrek ik veel studenten; we maken gebruik van studenten bij alles wat we doen. Er zit veel energie en creativiteit bij studenten. Ze kijken anders naar de wereld en daar kunnen we als onderwijs van leren.

Curio gelooft in de innovatieve kracht van onze medewerkers. Daarom krijgt iedere leraar de ruimte om een goed idee uit te voeren en zo pionier te worden. Ze worden dan onderdeel van Curio pioniers en mogen met €5000 een jaar aan de slag met hun idee. Tijdens een afsluitende bijeenkomst, die begin december wordt georganiseerd, worden bijvoorbeeld de uitkomsten gepresenteerd, zijn er bloemen van leerwerkbedrijven en worden awards uitgereikt. Op deze manier proberen we de bevindingen van al deze ideeën te delen met elkaar.

In een Curio leerlab gaan docenten (ook van andere scholen), experts, onderzoekers en studenten in een soort laboratorium twee jaar lang samen aan de slag met een onderwijskundig of maatschappelijk probleem. Ze hebben één doel: samen nieuwe inzichten vinden, waarmee iedereen op de eigen werkplek voor vernieuwing zorgt.

We zijn binnen Curio bezig met een nieuwe koers en in de leerlabs onderzoeken we wat we nog meer nodig hebben. De leerlabs staan in verbinding met de mbo innovatie- en expertisecentra (MIEC’s) van Kennispact MBO Brabant. We onderzoeken met 65 mensen bij Curio op diverse onderwijskundige thema’s. We doen dat door veel meer bij elkaar te komen en door experimenteerruimte. We komen met een heterogene groep met studenten en docenten op thema’s voor langere tijd bij elkaar. Er is geen sprake van druk en er is ruimte om op je bek te gaan.

Energieke bijeenkomsten met veel gekkigheid

Er staan op dit moment vijf leerlabs in de steigers: Kritisch denken, Formatief handelen (evalueren van leren), Sociale Veiligheid, Toekomstproef onderwijs en Studentlab. Deze leerlabs zoeken ook verbinding met ontwikkelateliers van Kennispact MBO Brabant, zoals Gamification en Ontwikkelatelier ondermijning.

De meerwaarde van Kennispact MBO Brabant is, dat er nieuwe inspiratie en denkrichtingen ontstaan binnen een thema. Dat is heel gezond. Het is erg belangrijk dat je bij onderwijsontwikkeling niet in je eigen kringetje blijft hangen, maar dat er ook buiten de regio ideeën opgehaald worden.

 

Docentgerichte benadering van onderwijsontwikkeling is cruciaal

De Curio leerlabs zijn nu een jaar bezig. Deze innovatie geeft een enorme impuls aan de professionalisering van docenten. Daarom is het ook zo van belang dat deze ontwikkelingen beginnen vanuit de docententeams! De leerlableiders zijn allemaal hybride docenten, die ook lesgeven. Deze docentgerichte benadering van onderwijsontwikkeling is volgens mij cruciaal.

In de leerlabs moet er iets te beleven zijn. Het zijn energieke bijeenkomsten met veel gekkigheid. Het is namelijk belangrijk dat iedereen er met plezier naar toe gaat, je moet echt plezier hebben in wat je doet. In het logo van Curio leerlabs zijn de twee e’s in leerlab ook veranderd in een smiley.

Dit beeldlogo is door studenten van Curio mediavormgeving bedacht.

Plezier is een belangrijke basis voor succes, omdat iedere leerlab-deelnemer op een werkplek ook iets moet gaan doen met het betreffende thema.

Implementatie is spannend

Natuurlijk is deze ontwikkeling ook een spannende nieuwe stap. De ideeën leveren nu allerlei producten op inclusief een hand-out: hoe om te gaan met? Ideeën zijn mooi, maar wat gaan we er vervolgens mee doen. Hoe zorg je dat verworven inzicht toch breder de organisatie ingaat. Dat implementatieproces is natuurlijk spannend. Daarom worden in de kwaliteitsagenda allerlei projecten opgenomen die in het verlengde staan van de leerlabs. De kunst is vervolgens deze te verbinden aan wat er al is. Ook dat is weer een doorlopend proces, waar mensen bijeengebracht moeten worden en waarin ze nog dieper in de organisatie weer bij elkaar komen.

In coronatijd doen we dat vooral online. We proberen er vitale bijeenkomsten van te maken. De onderwijskundige kracht van de docent kun je dan goed gebruiken, omdat juist docenten erg creatief zijn, ook online. Mbo- en vmbo-docenten verschillen daarin niet echt. Ze zijn allebei creatief, betrokken en zoekend en willen graag leerlingen daarin meenemen.

Toekomst in 2030

Docenten zijn voor een ROC het belangrijkste onderdeel van het dna en de ziel van de instelling. Het opzetten van leergemeenschappen is daarbij niet de heilige graal. Ze kunnen wel sterk bijdragen aan de ontwikkeling van een instelling, omdat er dingen samenkomen en professionalisering wordt aangewakkerd. Ik hoop dat dit in de komende jaren alleen maar groter wordt. Dat we bij elkaar komen in allerlei netwerken waar je als docent kunt deelnemen. Docenten moeten naast het lesgeven als hoofdtaak, de ruimte krijgen om in netwerken te excelleren. Ze moeten kunnen kiezen voor leergemeenschappen waarin je bepaalde stukken van je professionaliteit beter kunt maken. Ik geef het vak Nederlands en organiseer dat ze in gesprek kunnen gaan over dat vak.

Laat mensen elkaar ontmoeten op logische momenten in een proces, op het moment dat je er zelf aan toe bent

De ruimte binnen de cao is er voldoende. Zorg ervoor dat de ontwikkelruimte binnen de cao constructief wordt ingezet. Van die ontwikkelruimte moeten we veel effectiever gebruik gaan maken. Van groot belang daarbij is volgens mij: minder taken en meer professioneler werken. Dat vraagt wel iets van de structuur van de organisatie. Het professionaliseren moet organisatiebreed worden opgepakt, omdat het er anders vaak niet van komt. Ik pleit voor een centrale aanpak om het professionaliseringsproces in te richten. En dan niet in de vorm van een Curio-brede studiedag, maar in de structuur van portefeuillehouders. Deze portefeuillehouders geven richting aan wat we met elkaar moeten doen. Zij komen met een thema en dan volgen er momenten dat je met gelijkgestemde portefeuillehouders bij elkaar kunt komen om met elkaar kennis uit te wisselen. Op deze manier ontstaat ontdekkend leren binnen bepaalde kaders, hetgeen ook voor studenten van toepassing moet zijn. Je brengt dan professionalisering op gang binnen thema’s, waarin mensen elkaar ontmoeten op logische momenten in een proces, op het moment dat je er zelf aan toe bent.

De faciliteiten zijn er, de effectiviteit en de inrichting nog niet altijd. Er is dus werk aan de winkel!

Geld is volgens mij niet het probleem, de ruimte ook niet, het moet alleen nog op de juiste manier ingezet worden. Daarom: zorg goed voor je docenten, want zonder docenten ben je niets!

Fred van der Westerlaken
Cor van Gerven