De Spiegel

In de rubriek ‘De Spiegel’ houden bestuurders en betrokken stakeholders het mbo een spiegel voor in een column. meer...Waar zijn ze trots op, wat zou beter kunnen, wat drijft hen? Kan de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid bijdragen aan het toekomstbestendig opleiden van jonge vakmensen? Hoe houden we het onderwijs jong en hoe zorgen we ervoor dat jongeren zich uitgedaagd weten en zich herkennen in dat onderwijs? Welke persoonlijke bijdragen zijn hiervoor nodig?
Deze keer: Column Auke Blaauwbroek, bestuurder FNV en bestuurder drie regionale werkbedrijven Noord-Limburg, Noord-Oost Brabant en Zuid-Oost Brabant

Je hebt een infrastructuur nodig om dynamiek op de arbeidsmarkt te kunnen genereren

Auke Blaauwbroek
bestuurder FNV en bestuurder drie regionale werkbedrijven Noord-Limburg, Noord-Oost Brabant en Zuid-Oost Brabant

Mijn carrière startte in het onderwijs, het hbo. In de jaren ‘80 werkte ik bij Toegepaste Huishoudwetenschappen (nu: Facility management). Er was een brede range aan beroepenvelden en toen al was de opdracht: hoe zorgen we dat we deze beroepenvelden zo dicht mogelijk bij de opleiding kunnen krijgen? Opleidingen en branches moeten dicht bij elkaar zitten. Daarna ben ik bij de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) terechtgekomen.

Overheid en sociale partners maakten de dienst uit bij arbeidsmarktvragen en onderwijs stond op grote afstand. Dat was ‘n gegeven. In 2014 is het arbeidsmarktbeleid via het Sociaal Akkoord teruggegaan naar de regio. FNV vroeg aan mij of ik weer wilde opereren in het arbeidsveld.
Deze achtergrond, mijn ervaring in het onderwijs en mijn betrokkenheid vanuit de FNV bij drie regionale werkbedrijven, is de scope van waaruit ik mijn verhaal vertel.

Onderwijs, liefst het beroepsonderwijs, moet altijd aan tafel zitten waar het onderwijs aansluit op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. We moeten een infrastructuur creëren door alle betrokken partijen erbij te betrekken. Laat het beroepenveld binnen in de school en haal bedrijfsleven binnen in je curriculum. Ga samenwerken vanuit een regionale structuur en realiseer daar een match op de arbeidsmarkt tussen vraag en aanbod!

Dit laatste begint langzaam terug te komen. We investeren regionaal in concrete projecten, waarbij we bijvoorbeeld mensen die geen startkwalificatie hebben toch ondersteunen. We bieden de mogelijkheid al werkende weg hun competentieniveau te verhogen. De ROC’s zijn daarbij aangesloten, zodat je een infrastructuur creëert door alle betrokken partijen erbij te betrekken.

In Noordoost Brabant is deze infrastructuur inmiddels tot stand gekomen en daar ben ik apetrots op. Bepaalde regio’s doen het buitengewoon goed, maar dat is nog niet overal het geval. En daar baal ik van. In Zuidoost Brabant is het bijvoorbeeld nog onvoldoende tot stand gekomen, waardoor er daar onvoldoende toeleiding is naar de arbeidsmarkt. Het ROC in Eindhoven wordt er nu bij betrokken en VNO-NCW en FNV hebben de handen ineengeslagen. Het voorbeeld uit Noordoost Brabant kan daar gebruikt worden, zodat je good practices positief inzet.

De sleutel van succes is, dat ik vind dat de arbeidsmarkt per definitie bij werkgevers en werknemers ligt. Daar moet de overheid zich eigenlijk niet mee bemoeien. De overheid moet faciliterend zijn en ondersteunend, maar moet niet inhoudelijk participeren. Dat is de basis.

Het is enorm belangrijk deze problematiek juist op te pakken met werkgevers en werknemers. Er is een ontwikkeling gaande om die samenwerking vorm te geven. Het Regionaal Werkbedrijf staat daarvoor en er zijn genoeg voorbeelden in het land die bewijzen dat het kan, zoals in Enschede en Hengelo.

De uitstroom maakt Noordoost Brabant tot een van de topregio’s. De opdracht is mensen die uit verschillende doelgroepen komen, zoveel mogelijk naar arbeid te begeleiden, ook door middel van de bestanden van UWV. We organiseren daarvoor een infrastructuur die voor iedereen wordt ingezet en waarin ook ouderen worden benaderd. Alle doelgroepen moeten bereikt worden.

 

“Een netwerk van accountmanagers is actief in een virtueel platform van vraag en aanbod”

Wat werkt is het zoeken van de connectie met de branche in werkgeversservicepunten. Daar wordt vraag en aanbod samengebracht. Een netwerk van accountmanagers is actief in een virtueel platform van vraag en aanbod. Juist omdat het kleinschalig in subregio’s georganiseerd is, kan er snel een fit gemaakt worden. Vanwege die kleinschaligheid weten we in Noordoost Brabant behoorlijk goed wie er in het bestand zitten. Ook de grote gemeentes zijn nu bezig dit op orde te krijgen.

We hebben binnen de FNV  bedacht om naast werkgeversservicepunten ook werknemerspunten in te richten. Tot nog toe wordt vaak over de rug van de werknemers iets bedacht. Die mensen zijn er soms nog niet aan toe of juist wel terwijl gemeenten de toeleiding tegenhouden. Breng mensen zelf in de positie en zorg dat er voldoende aanbod ontwikkeld wordt.

De toekomst in 2030

Individuele werknemers moeten heel makkelijk toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en daar kunnen ze dan kiezen voor cursussen en opleidingen. Zo creëer je dynamiek op arbeidsmarkt, omdat ze ook daadwerkelijk toegang krijgen en zelf hun weg kunnen kiezen.

Daar zijn geen zware instituten voor nodig, omdat mensen elkaar snel moeten kunnen vinden. Het MBO moet daarin flexibel kunnen zijn, maar wordt vaak tegengehouden door wet- en regelgeving. Gelukkig is er experimenteerruimte om sneller tot resultaat te komen.

Laat het beroepenveld binnen in de school en haal het bedrijfsleven binnen in je curriculum met nieuwe beroepen. Je hebt elkaar nodig.

Je moet snappen wat er nodig is bij werkgevers en werknemers. Breng leerambassadeurs binnen bedrijven (collega’s) om middelen vanuit O&O fondsen te gebruiken om te blijven ontwikkelen. De FNV heeft de verantwoordelijkheid werknemers te overtuigen aan jezelf te blijven werken. Vanuit een goed vormgegeven regionale structuur kunnen we door samen te werken komen tot regionale arrangementen met ROC’s. Geef ons gelegenheid dit verder te geven, want we hebben een infrastructuur nodig om dynamiek op de arbeidsmarkt te kunnen genereren.

Fred van der Westerlaken
Cor van Gerven