Nieuws

Vertrouwen en relativeren als basis voor succesvolle samenwerking

Terugkijken en vooruitkijken: dat was het motto voor het driegesprek dat ik had met Cor van Gerven en Roy van Heumen als vertrekkende vertegenwoordigers en met Fred van der Westerlaken als aanblijvende vertegenwoordiger van Kennispact MBO Brabant.

Het interview met deze drie onderwijsmensen was een feest van herkenning. Het bleken gesprekken met de nodige humor en met het zo kenmerkende Brabantse relativeringsvermogen. In een goede relatie mag je elkaar af en toe kietelen en de maat nemen en zoek je samen naar de beste oplossing voor Brabantse mbo-vraagstukken. Voor een goede samenwerking is het voorwaardelijk dat bestuurders elkaar vinden, maar voor succes moet je kunnen geven en nemen en moet er een intrinsiek vertrouwen zijn dat iedereen staat voor de goede zaak. Als dat vertrouwen er is, durf je ook risico’s te nemen, omdat het uiteindelijk gaat om het gezamenlijk belang. Op dat moment veranderen schijnbare tegenstellingen tussen de verschillende windstreken in Brabant in constructieve gesprekken, waarin een gezonde rivaliteit de basis vormt voor nieuwe plannen.

Interview door: John Spierings

Het interview met de drie heren vindt in twee afzonderlijke gesprekken plaats. Een gesprek in Den Bosch, waar Cor van Gerven en Roy van Heumen zetelen, het andere gesprek in Tilburg, waar Fred van der Westerlaken werkzaam is.

Roy van Heumen heeft intussen afscheid genomen van het Koning Willem 1 College en van zijn rol als lid van de regiegroep van Kennispact MBO Brabant. Cor van Gerven neemt binnenkort ook afscheid als lid College van Bestuur van het Koning Willem 1 College en van zijn rol als voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Kennispact.

Hun taken worden overgenomen door Peter van Ierland van ROC Tilburg die aanblijft als lid van de regiegroep en door Fred van der Westerlaken, die als voorzitter College van Bestuur van ROC Tilburg de voorzittershamer overneemt in het Bestuurlijk Overleg Kennispact.

Het penvoerderschap van Kennispact MBO Brabant gaat door deze nieuwe bezetting ook van Den Bosch naar Tilburg. En natuurlijk wordt daar over en weer wat over gekieteld.

Tilburg roept: “Geef maar aan dat je een goed intellectueel gesprek hebt gehad in Tilburg. Ik ben benieuwd of ze in Den Bosch daar overheen kunnen”. Den Bosch reageert: “De afgelopen 10 jaar hebben ze veel van ons geleerd, ook over Bossche bollen. Ik ben benieuwd of dit Bossche feestje overtroffen kan worden”.

Het is geven en nemen, waarbij het soms de ene kant op valt en dan weer de andere

Het past allemaal bij de manier waarop ze met elkaar omgaan.

Cor van Gerven: “we proberen met enige luchtigheid, humor en respect met elkaar om te gaan. Dat mag ook best af en toe ’n beetje schuren. Het hoort bij de manier waarop we met elkaar omgaan. Je kunt dan ook meer van elkaar hebben en er ontstaat daardoor een basis van vertrouwen, die er van het begin af aan is geweest.”

Fred van der Westerlaken vult aan: “Het is belangrijk dat je elkaar ook op een informele manier treft en dat je op z’n tijd ook relativeert. Het is geven en nemen, waarbij het soms de ene kant op valt en dan weer de andere.”

"Asperge-anekdote:

Een mooie anekdote geeft goed aan hoe de onderlinge verhoudingen waren. De nieuwe voorzitter van de MBO Raad, Adnan Tekin, wilde graag kennismaken. Maar er was corona. Hij had op het bureau in Woerden gehoord: maak een afspraak met Kennispact MBO Brabant, dan heb je meteen alle MBO-instellingen te pakken.

De afspraak vond coronaproof plaats in Tilburg op de Stappegoorweg met natuurlijk Bossche bollen. Tijdens het voorstellen werden ook persoonlijke dingen gedeeld. Cor van Gerven vertelde dat hij naast bestuurder ook aspergeboer was. Tekin was zeer geïnteresseerd. Hij vroeg hoeveel meter asperges Cor kweekte. Cor antwoordde: 30 meter.

Verderop tijdens het kennismakingsrondje gaf Fred van der Westerlaken aan dat hij ook asperges kweekte. Natuurlijk volgde ook hier de vraag van Tekin: hoeveel kweek jij dan? Fred antwoordde: 31 meter!

Dit soort kleine plagerijtjes kenmerkte de onderlinge sfeer en was tevens de basis voor de goede samenwerking."

De start van Kennispact

De vertrouwensbasis voor Kennispact MBO Brabant werd al gelegd voordat het in 2013 begon. Roy van Heumen: “In het informeel overleg dat we met de concullega’s in het Brabantse hadden, is al de basis gelegd voor de latere samenwerking in Kennispact. Men nam er elke keer de tijd voor. Juist door op een informele manier bij elkaar te komen, groeit het vertrouwen en als het erop aankomt kun je daarna wat voor elkaar betekenen en kun je afstemmen hoe we krachten naar buiten kunnen brengen. Vanaf 2013 ontstond vanuit die klik Kennispact, waar we het nuttige met het aangename verenigden. We konden daarbinnen zaken op een veilige manier bespreken en dat was voor Brabant best uniek. Met name Peer van Summeren, Cor van Gerven en Fred van der Westerlaken vonden elkaar snel.”

 

Cor van Gerven vertelt dat de samenwerking er in Brabant voor zorgde dat we richting de MBO Raad en het ministerie van OC&W een factor van betekenis werden. “Er werd gewoon met ons rekening gehouden, omdat we gezamenlijk toch een omvangrijke groep studenten vertegenwoordigen, ongeveer 20% van alle mbo-studenten in Nederland. We zijn een club die invloed heeft op het beleid en ertoe doet. De deuren richting het bedrijfsleven en de provincie gingen open en ook in het arbeidsmarktoverleg binnen Pact Brabant, waar alle wethouders sociale en economische zaken bij aanschoven, zaten wij namens alle Brabantse mbo-instellingen aan tafel en dat werkte perfect. We werden gezien als de Brabantse club, die de zaken aanpakte en hadden invloed op arbeidsmarktvraagstukken. Ook bij de werkgeversvereniging VNO/NCW schoven we aan. Het heeft ertoe geleid dat we een volwaardig gesprekspartner zijn.” Roy van Heumen: “In de rol van de regiegroep konden we in Brabant-brede discussies altijd het door coalitievorming ontwikkelde standpunt innemen. Ik durf te zeggen dat we de afgelopen jaren op de meeste thema’s nergens over hebben gestemd, behoudens wat kleine problemen op macrodoelmatigheid. Het algemene belang werd altijd gedeeld. Samen straalt kracht uit, waarbij we werken op basis van vertrouwen en pragmatisme.”

 

De kracht van samen

Fred van der Westerlaken vult aan dat het hierom van groot belang is dat de Brabantse mbo-instellingen elkaar hebben gevonden. “Er is over en weer vertrouwen ontstaan op basis van bewustwording dat wij allemaal werken met publiek geld in een maatschappelijk veld waar we door samen te werken beter uit de verf komen dan ieder voor zich. We hebben een fundament van vertrouwen gelegd met als toegevoegde waarde dat samenwerken leidt tot betere resultaten dan wanneer je alles alleen oppakt. Het meest recente voorbeeld daarvan is het samengaan van de artiestenopleidingen van Tilburg en Den Bosch. We dachten in het verleden vaak in concurrentie en dan zorgde je in de discussie altijd dat je een extra argument achter de hand had. Die manier van denken kende geen winnaars en leidde tot een continue strijd. Nu gaan we de samenwerking aan en voelen we ons als ROC Tilburg en het Koning Willem I College samen verantwoordelijk voor de artiestenopleiding. Ik ben ervan overtuigd dat dit tot een betere opleiding leidt.”

 

Fred van der Westerlaken vindt dat de krachtenbundeling in Kennispact ook wat doet in de relatie met de provincie. “Voor hen zijn we een belangrijk aanspreekpunt voor toekomstige ontwikkelingen. Dat was 8 jaar geleden nog ondenkbaar. Tegenwoordig wordt Kennispact MBO Brabant in Pact Brabant, waarin ook het VNO/NCW zit, als partner erkend. De provincie heeft Kennispact benoemd in de beleidsplannen en bij VNO/NCW is een onderwijscommissie van ondernemers in het leven geroepen waarmee Kennispact elk jaar overleg voert. We zijn dus breed verankerd in de provincie, omdat het mbo sterk bijdraagt aan de economische agenda. In het verleden zaten hbo en universiteit aan tafel, maar het mbo heeft een grotere rol gekregen. Energietransitie, de ontwikkelingen in de zorgtechnologie, bij die thema’s speelt het mbo een grote rol. We worden erkend als het fundament van economische ontwikkelingen, omdat we vakmensen opleiden die daar een grote rol in spelen. Ik heb er steeds meer vertrouwen in dat we dit samen met andere mbo-instellingen kunnen doen.”

 

Kanttekening

Fred van der Westerlaken vindt het belang van Kennispact MBO Brabant dus groot, maar plaatst wel een kleine kanttekening. “Wat nog steeds jammer is, dat ik gemerkt heb dat je soms teruggeworpen wordt in tijd als er bestuurderswisselingen zijn in het onderwijs. Je loopt dan achter de partijen aan. De Rooi Pannen doet al ’n tijdje niet mee met Kennispact en Summa College is na een korte afwezigheid weer teruggekeerd. Er zit dus ’n bepaalde mate van kwetsbaarheid in. Ik vind het persoonlijk jammer dat De Rooi Pannen niet deelneemt, maar als je er niet in wil zitten, geef dat dan ook aan. Als je wil samenwerken, dan moet je ook samenwerken.”

Het is voorwaardelijk dat bestuurders elkaar vinden, maar voor succes moet de managementlaag met elkaar afstemmen vanwege hun verantwoordelijkheden naar en binnen de teams

Plannen voor komende jaren

In de plannen voor de komende jaren is volgens Fred van der Westerlaken het borgen van de continuïteit van Kennispact MBO Brabant de eerste prioriteit. “Er wordt iets van ons verwacht. We zullen in de komende periode Kennispact beter moeten verankeren. Dat kan bijvoorbeeld door Kennispact onder te brengen in een stichting met participanten. Het verankeren in een rechtspersoon maakt een steviger positionering mogelijk met een steviger gezicht naar buiten. Bij de keuze van de vorm waarin we samenwerken bepalen we het belang van de continuïteit van dit proces.”

Roy van Heumen adviseert meer aandacht te besteden aan de samenwerking van onderwijsdirecties en teammanagers bij de verschillende instellingen. “Toen Summa tijdelijk niet meedeed betreurden de onderwijsdirecteuren die ontwikkeling. Nu Summa weer is aangesloten zijn ze weer blij met elkaar. Er moet extra aandacht zijn voor die managementlaag. Samenwerking tussen bestuurders is nodig, maar in de managementlaag moet goede afstemming georganiseerd worden, omdat daar de schakel met de teams plaatsvindt, waar onderwijs wordt gemaakt. We komen in Brabant ook vaak dezelfde bedrijven tegen en moeten op thema’s samenwerken. Maar ben dus zuinig op de managementlaag.”

Cor van Gerven vult aan: “Het is voorwaardelijk dat bestuurders elkaar vinden, maar voor succes moet de managementlaag met elkaar afstemmen, vanwege hun verantwoordelijkheden naar en binnen de teams.”

Aansluiten bij speerpunten van de provincie

Daarnaast wil Kennispact MBO Brabant verder uitbouwen wat al is neergezet, met een goede focus die aansluit bij de 7 speerpunten van de provincie: Energietransitie, Zorg en technologie, Voeding, Dataficering, Logistiek en mobiliteit, Internationalisering en Circulaire economie. Fred van der Westerlaken: “De eerste vier speerpunten zijn ook benoemd als thema’s in Kennispact, de andere drie zijn nog niet zo manifest benoemd door ons. We willen graag bijdragen aan die ontwikkeling. De curricula moeten daarop afgestemd worden. Dat is ‘work in progress’ en daarbij lever je als mbo een bijdrage aan de maatschappelijke, economische en sociale ontwikkelingen. Op basis van die inhoudelijk agenda zorgen we ervoor dat er in Brabant een trekkende onderwijsinfrastructuur is, die wordt gedragen door het bedrijfsleven. Ondanks dat een opleiding klein van volume is, kunnen we deze door onze samenwerking toch aanbieden. We gaan bij voldoende instroom optimaal resultaat neerzetten door Brabant-breed een dekkende onderwijsinfrastructuur te behouden ondanks het feit dat we in een krimpsituatie zitten. Soms moeten opleidingen dus gaan samenwerken als de aantallen onder druk staan. De grotere volume-opleidingen en de kleine opleidingen waarbij minder studenten betrokken zijn, moeten elkaar mogelijk maken. Herordening van opleidingen over Brabant heen, waarin de signatuur van de regio wordt meegenomen, doet daar recht aan.”

De kansen voor Leven Lang Ontwikkelen

Als laatste plan voor de toekomst noemt Fred van der Westerlaken het leven Lang Ontwikkelen (LLO). “Als Brabantse mbo-instellingen zijn we verantwoordelijk voor initieel en post-initieel mbo-onderwijs (ook derde leerweg voor bedrijven en instellingen in LLO).

Wij moeten onze rol die nu vooral bij particuliere instituten ligt, vergroten. Bij die particuliere aanbieders staat vaak het winstoogmerk bovenaan. Door onze samenwerking met zowel de overheid als het bedrijfsleven, raken we verweven met elkaar en ontstaat er een mate van vertrouwen. Daar ligt nog een hele wereld te winnen. Als voorbeeld wil ik de energietransitie noemen, waar we met captains of industry het vraagstuk op tafel moeten leggen, zodat wij het kunnen vertalen naar onderwijs. Samen optrekken, anders gaat het niet werken.”

Cor van Gerven geeft aan dat bij de voorbereiding van de grote aanvraag Energietransitie voor het Regionaal Investeringsfonds (RIF-aanvraag) wel 5 ROC’s betrokken zijn. Alleen dan krijg je krachtig signaal en kun je voor een echte opening zorgen. Door te samenwerken kun je faciliteiten vrijmaken. Als ieder ROC bijvoorbeeld 0,2 fte in zo’n project stopt, heb je samen een hele fte. Het bedrijfsleven wil graag met het hele mbo spreken en niet met een individueel ROC. Samenwerken maak dus ook sterker naar het bedrijfsleven.”

Fred van der Westerlaken is ervan overtuigd dat bedrijven veel meer met onderwijsorganisaties hebben, dan met al die particuliere aanbieders. “Als je als organisatie hybride bent, groeit het vertrouwen en dan kunnen we ook wat betekenen voor het bedrijfsleven. Er moet wel eerst vertrouwen geladen worden.”

Tot slot wil Fred van der Westerlaken nog recht doen aan de betekenis van Cor van Gerven. “Cor is in zijn rol als verbinder belangrijk geweest voor waar we nu staan. Hij weet als geen ander hoe de dynamiek in onderwijsinstellingen loopt. Hij kent de taal van onderwijs en weet die te verbinden met de omgeving. Cor was ontwapenend, geen bedreiging. Voor hem stond altijd beroepsonderwijs voorop in hoe hij acteerde. Een gedreven man met humor en Bossche bollen.”